Op de grens tussen Leiden en Oegstgeest ligt de voormalige buitenplaats Oud-Poelgeest. Het park is in de huidige situatie ingericht in Engelse landschapsstijl, maar er zijn nog diverse gebouwen en parkelementen aanwezig uit eerdere periodes. Sinds 2015 zijn wij betrokken bij het onderhoud van verschillende monumentale opstallen van het landgoed.
Het landgoed heeft in de loop van de tijd verschillende bewoners gekend, die het park aanpasten naar hun wensen en de heersende stijlen. Een van hen was de arts en botanicus Herman Boerhaave, die er de planten bracht waarvoor geen plaats was in de Leidse Hortus Botanicus. De vele aanpassingen aan de tuin en de gebouwen hebben geleid tot een rijke historische gelaagdheid, die nog altijd duidelijk afleesbaar is.
Centraal op de middenas, aan het uiteinde van een statige oprijlaan met rondeel, staat het 17e-eeuwse kasteel, waarop in de 19e eeuw de kenmerkende uivormige torens zijn geplaatst. In 2018 hebben we de onderhoudswerkzaamheden van het kasteel voorbereid en begeleid. Er is met name gewerkt aan de dakbedekkingen, het metselwerk en de houten kozijnen en ramen. Ook is er gewerkt aan het 19e-eeuwse koetshuis, dat thans in gebruik is als restaurant.
Bijzondere aandacht is uitgegaan naar de zware, dubbel scharnierende deuren van het koetshuis. De deuren zijn gedemonteerd en het aangetaste hout is hersteld. De oorspronkelijke gehengen zijn zoveel mogelijk behouden en de gezette zinken glasroeden zijn door een koperslager gereconstrueerd. Op basis van kleurenonderzoek zijn de kleuren voor de binnen- en buitenzijde van de deurstellen bepaald.
Daarnaast hebben wij het onderhoud van de kapel en de tweede fase van het kasteel voorbereid en is ons gevraagd een masterplan te ontwikkelen voor de inrichting, het gebruik en de exploitatie van het koetshuis en het naastgelegen hotelcomplex.
In de jaren ’80 van de negentiende eeuw, in de hoogtijperiode van de bouw van neogotische katholieke kerken, werd in Delft de Maria van Jessekerk gebouwd, een nieuwe binnenstadskerk naar ontwerp van E.J. Margry. Sinds 1984 zijn wij bij de kerk betrokken als restauratiearchitect. In drie fases zijn zowel het casco als het rijke interieur van de kerk gerestaureerd.
Honderd jaar na de bouw was de kerk in verval geraakt. Uit voorzorg waren diverse onderdelen verwijderd en waren de torenrompen voorzien van stalen korsetten. Wij begeleidden de grootschalige restauratie, waarbij de kerk werd hersteld naar het oorspronkelijke beeld. Een groot deel van het natuursteenwerk is gereconstrueerd, de leibedekking van alle daken is vernieuwd, en er is veel metselwerkherstel uitgevoerd. Ook zijn alle kwetsbare glas-in-loodvensters gerestaureerd en voorzien van voorzetbeglazing. De restauratie is opgeleverd in 1994.
Wij hebben tussen 2003 en 2009 ook de restauratie van het interieur van de kerk voorbereid en begeleid. De kleurrijke schilderingen van de wanden en gewelven waren in de loop der tijd grauw en vaal geworden en beschadigd door lekkages en vochtdoorslag. Na een zorgvuldige reiniging en restauratie zijn de schilderingen weer in volle glorie zichtbaar. Het monumentale tegelwerk is losgehaald, ontzout en teruggeplaatst in de oorspronkelijke decoratieve patronen.
Ruim twintig jaar na de vorige restauratie was er op meerdere plaatsen opnieuw onderhoud noodzakelijk. Vanaf 2016 hebben wij wederom de onderhoudswerken aan het exterieur voorbereid en begeleid. De beide torens zijn eerst hersteld. In 2018 is ook groot onderhoud uitgevoerd aan het schip, de transepten en de bijgebouwen van de kerk en hebben wij onderzoek gedaan naar toegankelijkheidsvoorzieningen en aanpassingen aan de Pastorie.
De gedenkbank op de kop van het Rapenburg werd ontworpen en gebouwd in 1920 door de Leidse keramist W.C. Brouwer. Dit was een eerbetoon aan Nicolaas Charles de Gijselaar, burgemeester van Leiden ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Vanaf 2015 hebben wij de restauratie van de bank voorbereid en begeleid – en een ontwerp gemaakt voor reconstructie van het oorspronkelijke straatwerk. Op 25 mei 2018 werd de bank opnieuw in gebruik genomen door burgemeester Henri Lenferink.
(Foto: Buro JP)
De bank is opgetrokken uit baksteen metselwerk met terracotta onderdelen, zoals de bijzondere figuren Rouw en Herleving, de sierlijke dakpannen en lantaarnblokken, de zitbankelementen zelf en het reliëf met de tekst: ‘Oorlogsjaren 1914-1919. De Leidsche burgery aan haren burgemeester Jhr. Mr. Dr. N.C. de Gyselaar’. Het reliëf was zodanig verweerd, de tekst nagenoeg onleesbaar, dat is besloten deze te vernieuwen – samen met de zitbankelementen, waarvan er al drie niet meer oorspronkelijk waren. De bestaande exemplaren zijn vooraf zorgvuldig uitgenomen en bewaard. Het overige terracotta is in situ hersteld.
Verder is onder andere het voegwerk weer verdiept uitgevoerd, zoals oorspronkelijk bedoeld was, en zijn er nieuwe ledlampen gemonteerd in de lantaarns. Het platvolle voegwerk en de tl-verlichting waren wijzigingen uit de jaren ’80, toen de bank werd verwijderd om de overkluizing tussen het Rapenburg en Galgewater te vernieuwen en pas ‘na uitvoerige discussie’ bij raadsbesluit werd herplaatst.
Oorspronkelijk werd de bank omringd door een waaiervormige bestrating van baksteen, door Brouwer ontworpen als integraal onderdeel van het monument, ‘waarbij hij de klinkersteenen als met scheering en inslag tot een patroon verwerkt heeft’ (Klei no. 11, 1920: 192). Brouwer zelf spreekt over het ´weefwerk van den baksteenvloer’. (131) Dit straatwerk is midden jaren ’50 verdwenen, toen er een overdekte post werd geplaatst voor de verkeersagent. De plavuizen die lange tijd voor de zitbank lagen en in 2012 zijn verwijderd, behoorden niet tot het oorspronkelijke monument.
In 2018 hebben wij op basis van archiefonderzoek een ontwerp gemaakt voor de reconstructie van het straatwerk, vorm én patroon, ingepast in de huidige verkeerssituatie. In samenwerking met Erfgoed Leiden en Omstreken onderzoekt de Gemeente nu of het mogelijk is het ontwerp op te nemen in de herinrichting van het kruispunt.
(Archieffoto’s: Erfgoed Leiden en Omstreken)